Grijze zandbij
De grijze zandbij nestelt bij voorkeur in zandige grond waar ook wilgen zijn. Het nestje bestaat uit een hoofdgang die enkele decimeters de grond in gaat en overgaat in één tot zes korte zijgangetjes, die ieder uitmonden in een klein kamertje ter grootte van de bij. De kamertjes worden door de bij geïmpregneerd met een olieachtige vloeistof en voorzien van een balletje van (wilgen)stuifmeel, wat nectar én een eitje. De bijenlarve eet het stuifmeel en de nectar op en verpopt in de zomer. Pas in het volgende voorjaar komen de nieuwe bijen tevoorschijn. De ’oude‘ bij sterft na het maken van diverse nestjes.
Foto: ©Erik Speksnijder
Roodharige wespbij
De roodharige wespbij is een zogenaamde koekoeksbij, wat betekent dat ze haar eieren in het nest van een andere soort legt. Die zorgt dan voor het eitje en de larve alsof het haar eigen nakomelingen zijn. Iedere koekoeksbij heeft een specifieke soort, de gastheer, waarbij dit plaatsvindt. De roodharige wespbij heeft als gastheer de grijze zandbij. Als de grijze zandbij van huis is, graaft ze het nestje open en legt er stiekem een ei in. De roodharige wespbijen halen hun voedsel – nectar – voornamelijk uit wilgen, sleedoorn, paardenbloemen en fluitenkruid.
Foto: ©Erik Speksnijder
Grote zijdebij
De grote zijdebij vliegt op dezelfde plaatsen als de grijze zandbij. Ze maken ook een vergelijkbaar maar iets minder diep grondnest. De kamertjes worden bekleed met dunne kunststoflaagjes, waardoor ze volledig waterdicht zijn. Eind maart, begin april is hét moment om op zoek te gaan naar deze soort. Je kunt ze vinden rond de duinvalleien van Oranjezon en de kanalen in de Clingse bossen. Daar vliegen ieder voorjaar duizenden grote zijdebijen rond.
Foto: ©Erik Speksnijder
Grote bloedbij
De grote bloedbij is eveneens een koekoeksbij. De gastheer van deze soort is de grote zijdebij. De grote bloedbij is redelijk groot en heeft een opvallend roodgekleurd achterlijf, waaraan hij zijn naam te danken heeft.
Foto: ©Erik Speksnijder
Gehoornde metselbij
De gehoornde metselbij is soms al in februari aanwezig. Rond bijenhotels kan het dan krioelen van deze bijen. In bijenhotels maken ze bij voorkeur gebruik van boorgaten en bamboe buisjes die 6 tot 8 mm in doorsnede zijn. In deze buisjes metselen ze kleine kamertjes, waarin ze een voorraadje stuifmeel, nectar én een eitje stoppen.
Foto: ©Erik Speksnijder
Rosse metselbij
De rosse metselbij wordt een maand later actief dan de gehoornde metselbij. Deze soort lijkt veel op de gehoornde metselbij, maar is meer oranjebruin van kleur. De nestbouw is vrijwel gelijk aan die van de gehoornde metselbij. Tot 2015 was de rosse metselbij de meest algemene metselbij ten noorden van de Westerschelde, maar de laatste jaren wordt de gehoornde metselbij overal in Zeeland talrijker.
Bekijk hier hoe de bijen te werk gaan.
©Erik Speksnijder