Foto van Amke Bogers, medewerker vrijwilligers en communicatie
Amke Bogers
Medewerker vrijwilligers en communicatie
Vrijwilligers zijn voor Het Zeeuwse Landschap van onschatbare waarde. Ze helpen bij het beheer van de gebieden of met het tellen en inventariseren van dieren- en plantensoorten. En natuurlijk zijn er gidsen die excursies verzorgen en gastheren die de mensen welkom heten in de gebieden. In deze blog komt telkens een andere vrijwilliger aan het woord. Dit keer Henk Castelijns, vrijwillig coördinator vogeltellingen en vogelonderzoek in Saeftinghe.
Henk Castelijns
Het was weer geweldig!

Tijdens het tellen van slaapplaatsen van bruine kiekendieven in het Verdronken Land van Saeftinghe in 1988 zag Henk met eigen ogen hoeveel schade de jacht toebracht aan de eenden en ganzen in het gebied. Om dit aan te kunnen tonen, moesten de soorten geïnventariseerd worden. Zo ontstonden in 1990 de eerste vogeltellingen in Saeftinghe. 

Toen waren ze met een groepje van zes, nu bestaat de groep uit twintig Nederlandse en Vlaamse tellers en worden naast Saeftinghe ook Hedwigeschor en Prosperschor geteld. Henk maakt de jaarlijkse planning, die afhankelijk is van het getij. Hij inventariseert zelf ook en controleert en deelt de resultaten. Daarnaast organiseert hij soortspecifieke onderzoeken, zoals de oeverpiepertellingen. En dat al 35 jaar. “We werken in een spectaculair gebied. Vogels tellen in Saeftinghe is een fantastische ervaring!”

Iedere maand wordt er twee keer geteld. Bij hoogwater vanaf de dijk, vooral vanwege de steltlopers, en tijdens laagwater in het gebied, vooral vanwege de eenden en ganzen. Laagwatertellingen doet hij het liefst. “Het gebied is verdeeld in vier zones. Met twee of drie personen tel je alle vogels in jouw deel. De tocht duurt ongeveer zes uur en al die tijd kom je niemand tegen. Je loopt in een grote open ruimte. Dat is een unieke ervaring in Nederland. We zeggen regelmatig tegen elkaar dat het een voorrecht is om hier rond te mogen lopen.”

“Het is ontzettend leuk om een bijdrage te leveren aan landelijk vogelonderzoek. Soorten die voorheen nauwelijks in Nederland meer voorkwamen, zoals de grauwe gans, bleken met 80.000 te overwinteren in en rondom Saeftinghe. Ze aten de knollen van zeebies, wat in die tijd veel aanwezig was in het gebied. Dat hebben we ontdekt door de keutels te onderzoeken. Toen zeebies afnam, namen de aantallen grauwe ganzen ook af. Dit zijn fantastische ontdekkingen met landelijke impact.” 

“Het natuurlijk systeem is prachtig om in kaart te brengen. Grote veranderingen in soorten zijn onderdeel van grote natuurlijke processen die je niet kunt beheersen. De natuur in Saeftinghe is niet maakbaar, je kunt het enkel volgen." 

Meer blogs over vrijwilligers