Kustbroedvogels horen bij Zeeland. Het Zeeuwse Landschap werkt daarom met andere partijen binnen Zeeland aan het Zeven Eilandenplan: een plan om in de delta veilige broedeilanden voor kustvogels te realiseren en daarbij aan te sluiten bij (bagger)werkzaamheden die toch al worden uitgevoerd.
Van nature verplaatsen kustvogels die op de kale grond broeden zich regelmatig. De dynamiek van de delta zorgde voor steeds weer nieuwe geschikte locaties. De afgelopen tientallen jaren zijn er echter veel verdwenen en vrijwel geen nieuwe bijgekomen. Dit is onder andere een gevolg van de Deltawerken. Ook de toenemende drukte op het water en op de stranden, de opkomst van de vos in Zeeland en, meer recent de Vogelgriep, maken dat koloniebroedende kustvogels onder druk staan.
De Hooge Platen, een van de belangrijkste kustvogelgebieden, bieden meer rust dan de stranden op het vasteland en zijn veilig tegen grondpredatoren zoals de vos. De Bol, met zijn duintjes, is de enige plek op de Hooge Platen die vrijwel altijd droog blijft. Door hier extra zand aan te brengen kunnen de duintjes aangroeien en blijft dit broedeiland behouden. Aan de andere kant van de Hooge Platen ligt de Hoge Springer. Dit deel wordt uitgebreid. Er wordt zand opgespoten en afgedekt met schelpen: een vers, droog strand voor vogels als plevieren en dwergstern. Behalve vogels zullen ook de zeehonden hiervan profiteren; zij kunnen vanaf dit lage strand makkelijker het water in vluchten.
Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door LIFE-IP Deltanatuur en Provincie Zeeland.