Steenuil
De steenuil, in het Zeeuws ook wel ‘poepuul’ genoemd, is de kleinste uilensoort in Zeeland. Hij is grijs gestreept en heeft gele ogen. Deze soort is vaak overdag zichtbaar als de uil zit te zonnen op de nok van een dak of in een knotwilg. Steenuilen broeden in natuurlijke holtes, zoals knotwilgen, en in speciaal daarvoor geplaatste nestkasten. Vroeger kwamen ze in de hele provincie voor, maar tegenwoordig alleen nog in Zeeuws-Vlaanderen en op Zuid-Beveland.
Velduil
Schorrenuil zou een betere benaming zijn voor deze dagactieve uil, die voornamelijk op muizen jaagt. Je ziet velduilen namelijk het meest in het winterhalfjaar op buitendijkse schorren. Hier jagen ze door laag boven de begroeiing te vliegen, waarbij ze ineens naar beneden duiken. Als broedvogel is de velduil uiterst zeldzaam bij ons, maar in de trektijd en winter heb je wel een goede kans hem tegen te komen.
Ransuil
Deze soort is een echte nachtvogel. Je zult hem niet snel overdag zien vliegen. In de winter kun je ze na goed zoeken nog weleens vinden als ze met een groep rusten in een boom in de bebouwde kom. Helaas zijn er steeds minder van deze slaapplaatsen, want het gaat in Zeeland erg slecht met de ransuil. De opmars van de havik, die een voorkeur heeft voor eenzelfde soort slaapplaats, heeft hier een aandeel in.
Kerkuil
Deze uil zie je weleens als een ‘wit spook’ in de koplampen van de auto. De soort broedt in kerken, oude gebouwen en schuren en komt pas naar buiten als het donker is. Kerkuilen jagen in bermen en langs slootkanten in agrarisch gebied op muizen. Helaas sneuvelt er hierdoor weleens eentje in het verkeer. Ze hebben een lang broedseizoen en kunnen wel drie legsels per jaar produceren.
Bosuil
Van deze uil is eigenlijk het geluid het meest bekend: een spookachtige triller, die vaak in spannende films wordt gebruikt. Het is de grootste uil in Zeeland en een echte bosvogel. Bosuilen broeden in de Kop van Schouwen en in Zeeuws-Vlaanderen en hun broedgebied breidt zich steeds meer uit. Meestal gebruiken ze natuurlijke holtes in grote, oude bomen, maar ze laten zich ook makkelijk verleiden door speciale nestkasten. Al in januari kun je hun prachtige roep in de Zeeuwse bossen horen.