Foto van Marcel Klootwijk, medewerker communicatie en publiekszaken
Marcel Klootwijk
Medewerker communicatie en publiekszaken
Nederland, ganzenland! Ons land staat bekend om de grote hoeveelheden overwinterende ganzen. Ze komen uit het hoge noorden om zich hier te goed te doen aan het eiwitrijke gras en oogstresten van graan en mais. In Zeeland overwinteren ook grote aantallen, hieronder worden de meest voorkomende soorten besproken.
Branganzen voor de kerk van Veere

Brandgans

Dit kleine gansje met het witte gezicht was in het verleden een echte wintergast. Maar sinds 1988 broedt hij in Zeeland en zijn de aantallen toegenomen tot duizenden broedparen. In de winter worden ‘onze’ broedvogels aangevuld met vogels uit noordelijke streken en zijn ze in grote groepen op graslanden te vinden. Ze slapen gezamenlijk op het Veerse Meer en de Hooge Platen en de slaaptrek is dan ook erg spectaculair. Het geluid doet een beetje denken aan een blaffend hondje.

Grauwe ganzen in het water

Grauwe gans

Deze eens zo zeldzame moerasvogel, landelijk in 1977 nog maar 150 paar, is nu een van de meest algemene ganzen in Zeeland. Ze broeden tegenwoordig zelfs in stedelijke omgeving. Dit is vanwege de veiligheid, want in de steden zitten nog geen vossen. Hun geluid is het klassieke gegak dat we allemaal kennen. In de winter zitten ze in grote groepen op akkers met oogstresten en slapen vaak in waterrijke gebieden met riet.