Kustvogels
Veel van onze kustvogels overwinteren elders. Visdiefjes en grote sterns bijvoorbeeld in West-Afrika. Rond deze tijd komen ze langzaamaan weer terug en begint het broedseizoen. We hopen weer grote aantallen te mogen huisvesten in Waterdunen en op de Hooge Platen. Afgelopen jaren veroorzaakte de vogelgriep grote sterfte in de kolonies. Hoe dat dit jaar zal verlopen, is niet te zeggen. Beheerder Fred Schenk: “We zijn wel bezorgd, want hoewel de vogelgriep zich afgelopen winter rustig heeft gehouden, is het virus niet weg. In een kolonie kan de besmetting snel rondgaan. We hopen dat de vogelgriep het broedseizoen overslaat.” We zorgen in ieder geval dat de broedplekken klaar liggen. De broedeilanden in Waterdunen zijn ontdaan van begroeiing, en afgelopen herfst is zand gesuppleerd in de Westerschelde, zodat de zandplaat Hooge Springer er hoog en droog bij ligt. En in de Koude- en Kaarspolder bij Yerseke zijn extra broedeilanden aangelegd.
Groene strand
Ook op de stranden begint het voorjaar! Op het Groene Strand bij Oranjezon (Vrouwenpolder) worden nesten van de bontbekplevier beschermd en houten pallets neergelegd. Het bleek namelijk dat de kuikens door andere vogels (kraaien, meeuwen) werden opgegeten. Onder de pallets kunnen ze schuilen. En dat werkt! Afgelopen jaar werden er zes nestjes van deze zeldzame vogel beschermd en zijn er, mede dankzij deze pallets, zeker vier jongen groot geworden. Dat is heel wat, want er broeden maar 350 paar van deze vogels in Nederland!
Op Groene Stranden ruimen vrijwilligers het afval op, maar ze laten natuurlijke aanspoelsels liggen. Tussen deze aanspoelsels, zoals wieren en schelpdieren, leven kleine diertjes als strandvlooien en wiervliegen. Die dienen weer als voedselbron voor strandvogels, zoals bontbekplevier en drieteenstrandloper.
Ook bij de Verdronken Zwarte Polder bij Nieuwvliet wordt gewerkt aan een Groen Strand. We hopen er dit jaar weer enkele nestjes van onder andere de bontbekplevier te huisvesten. Vanuit de vogelwachtpost houden vrijwilligers in de gaten welke vogels er broeden en ze zorgen voor de rust op het broedstrand. Ze geven bovendien graag uitleg aan strandbezoekers.
Weidevogels
Gruttoooo, gruttoooo! Een prachtig geluid: de roep van de grutto. De eerste arriveren eind februari al, vanuit de overwinteringsgebieden in Afrika en Zuid-Europa. Kievit, scholekster en tureluur volgen snel daarna. Ze komen van oudsher naar ons land om te broeden, aangetrokken door het open landschap met bloemrijke weides en drassig grasland vol insecten voor de kuikens. Maar ze hebben het zwaar: er zijn niet veel geschikte weides meer en op de plekken waar ze wel terecht kunnen, zijn veel roofdieren. Daarom helpen we ze, door roofdierwerende rasters te plaatsen. Zoals in de Yerseke Moer, de Sint Laurense Weihoek bij Middelburg en de Blikken bij Groede.
Zachte winters en warmere voorjaren
Al in december bloeien de hazelaars, het was een warme jaarwisseling. De warmere temperaturen brengen sommige soorten in problemen. Ecoloog Pepijn Calle: “Overwinterende insecten, zoals vlinders, worden wakker door de hoge temperaturen in de winter, maar de bloemen waar ze op foerageren bloeien nog niet. De laatste jaren hebben we ook heel droge zomers, daar heeft de Zeeuwse natuur behoorlijk last van. Een keer een droge zomer is niet erg, maar indien dat bijna elk jaar het geval is, is dat wel een groot probleem. Warmere temperaturen zorgen ook voor nieuwe soorten, zo zie je de kleine zilverreiger en de koereiger tegenwoordig vaker. Dat zijn mooie soorten, maar het weegt niet op tegen de negatieve kant van klimaatverandering voor natuur.”
Nectar en stuifmeel
De bekende ‘witte wolken’ van het voorjaar bloeien na elkaar: eerst de sleedoorn, dan de vogelkers en tot slot de meidoorn. De bloemen zijn met hun nectar en stuifmeel een voedselbron voor veel insectensoorten. Ook de boswilg bloeit in het vroege voorjaar. De nectar van de boswilgbloemen heeft een heel hoog suikergehalte en is daarom geliefd bij veel insectensoorten. Ecoloog Lucien Calle: “De zwart-rosse zandbij vliegt vroeg in het voorjaar en leeft uitsluitend van stuifmeel en nectar van wilgen. Is de wilgenbloei voorbij, rond eind april, dan eindigt het seizoen voor deze bij.”
Nestbescherming op de dijk
De kleine strandjes, schorren en dijken rondom de Ooster- en Westerschelde zijn belangrijke broedplaatsen voor de bontbekplevier en de strandplevier. Ze leggen hun eieren op de strandjes of tussen de stenen van de dijk. Regelmatig vlak naast het fietspad! Vrijwilligers van Nationaal Park Oosterschelde speuren daarom samen met Delta Milieu Projecten en vrijwilligers van Vogelwerkgroep De Steltkluut in het voorjaar de dijken van de Ooster- en Westerschelde af naar nestjes. Je moet er goede ogen voor hebben, want de vogeltjes hebben nogal een schutkleur. In samenwerking met terreinbeheerders, waaronder Het Zeeuwse Landschap, wordt het nestje met een raster beschermd