Het dennenbos in Oranjezon is in de jaren twintig aangeplant om de verstuiving van de duinen tegen te gaan ten behoeve van de drinkwaterwinning. Het bos bestaat uit Oostenrijkse dennen, Corsicaanse dennen en zeedennen. De bomen zijn dicht (60 cm) op elkaar geplant en vormen een monocultuur. Doordat er dus geen andere soorten (loof)bomen tussen staan en ze zo dicht op elkaar zijn aangeplant, moeten we als beheerder ingrijpen om het bos gezond te houden.
Eens in de vijf jaar dunnen we dan ook het dennenbos. Er wordt gezocht naar uitgegroeide gezonde bomen en daar worden de concurrenten omheen verwijderd. Hierdoor krijgen deze topbomen meer licht en ruimte om te groeien. Ook ontstaat er hierdoor meer ruimte op de bosbodem wat de groei van kruiden en jonge dennenscheuten bevordert. In het bos zijn ook een aantal, vooral Oostenrijkse, dennen aanwezig met scheutziekte. Deze bomen worden ook verwijderd om het bos stabieler en sterker te maken.
Voor aanvang van de werkzaamheden zijn eerst de zogenaamde faunabomen opgezocht. Faunabomen zijn bomen met een speciale toegevoegde waarde voor het bos. Dit kunnen bomen zijn met spechtenholen of roofvogelnesten, maar ook dode bomen waar vleermuizen in leven of paddenstoelen op groeien. De zieke bomen en de bomen die voor concurrentie zorgen voor de topbomen zijn voorzien van een stip en worden verwijderd. Dit proces heet blessen. De werkzaamheden zijn op 12 september gestart en zullen enkele weken in beslag nemen.