Over het gebied
De bossen van Sint Jansteen worden vooral gekenmerkt door loofhout en een aantal open vlaktes. Op een aantal van deze vlaktes groeit zelfs heide.
Lange lanen en veel waterpartijen bepalen hier het beeld. Door de aanwezigheid van water vind je hier ook meer libellen en watervogels.
Aan de noordrand liggen verschillende kleine akkertjes waar historische gewassen worden geteeld zoals Sintjansrogge en boekweit.
51.245592653596, 4.0511655807495
Je bezoek
In de bossen van Sint Jansteen ligt een trimparcours. Je kunt in de bossen wandelen, fietsen en paardrijden. In de bossen dienen honden aangelijnd te zijn, met uitzondering van het hondenlosloopgebied in het oostelijk deel. Parkeren kan aan de Gentse vaart.
Flora & fauna
In de bossen worden alle vijf de spechtensoorten waargenomen en ook typische bossoorten als boomklever en boomkruiper. De bossen zelf zijn een mix van verschillende loofboomsoorten en fijnsparren Op de graslanden en open veldjes komen weer hele andere planten voor dan in de bossen. Zo staat er daar zandblauwtje, klein vogelpootje en struikhei. In de waterwinkanalen groeien waterplanten als de middelste waterranonkel, rosse vossestaart en kleine watereppe. In de gaten van oude bomen zitten vleermuizen, waaronder de zeer zeldzame mopsvleermuis.
Beheer
De akkertjes aan de Schommeling bij Sint Jansteen worden door een groep vrijwilligers beheerd op ambachtelijke wijze:
alles wordt daar nog met de hand gedaan. Oude gewassen als Sint Jansrogge, boekweit en sorghum worden hier verbouwd.
De klein heideveldjes, die in de bossen liggen, worden handmatig braamvrij gemaakt en nieuwe heide wordt handmatig ingezaaid.